Indicatie waardeberging
De mate van weerstand tegen aanvallen van buitenaf wordt ook wel uitgedrukt in indicatie waardeberging. Dit geeft aan welke waarde de verzekeraars als dekking accepteren. Hoe hoger het aangegeven geldbedrag hoe inbraakwerende de kluis is.
Wat houdt dekkingsindicatie in?
Door verzekeraars wordt aan de verschillende weerstandsklassen een bedrag aan contante waarde gekoppeld als indicatie voor de dekking. Hierbij wordt uitgegaan van opslag van contant geld in een inbraakwerende berging welke zich bevindt in onbewoonde, onbewaakte en niet-beveiligde panden binnen de bebouwde kom.
Afhankelijk van de genomen beveiligingsmaatregelen kunnen verzekeraars afwijken van de dekkingsindicatie.
Het is altijd raadzaam om contact op te nemen met uw verzekeringsmaatschappij als u specifieke kostbaarheden met hoge waarde of veel contant geld wilt opbergen!
Informatiekaart Kluizen Normering en Dekkingsadvies
De informatiekaart kluizen biedt in een overzicht alles wat u wilt weten over normering en dekkingsadvies.
Afwaardering Safe 1-4 per 1 januari 2016
Met ingang van 1 januari 2016 wordt de aanduiding Safe 1,2,3 en 4 niet meer erkend! Deze aanduiding is destijds als overbrugging naar de huidige Europese norm EN 14 450 in het leven geroepen.
Gecertificeerde kluizen
Wilt u een betere beveiliging van uw contant geld of een volledig gegarandeerde beveiliging tegen brand? Kies dan altijd voor Europese en ECB.S gecertificeerde kluizen, deze bieden de beste bescherming tegen inbraak én brand.
Inbraakwering volgens NEN-EN 1143-1
Geld, belangrijke documenten en goederen die waardevol voor u zijn, wilt u veilig opbergen. Beschermd tegen mogelijke diefstal. Een inbraakwerende kast of kluis van hoge kwaliteit biedt u die gewenste bescherming.
Inbraakwerende kasten, panelenkluizen en kluisdeuren worden sinds 1996 volgens de Europese norm EN 1143-1 getest door een aantal bevoegde testinstituten in verschillende Europese landen. Deze norm is opgesteld door de Keuringscommissie Werkgroep 1 van de CEN. Nederland heeft deze Europese norm in februari 1997 vastgelegd in de norm NEN-EN 1143-1. Dit is de norm voor vrijstaande inbraakwerende kasten, panelenkluizen en kluisdeuren.
Bij het testen van inbraakwerende kasten worden een of meer openingen in het product gemaakt door testers die beschikken over alle relevante kennis en vaardigheid. De verkregen resultaten worden vervolgens omgezet in een weerstandswaarde, waarbij rekening is gehouden met de factor tijd en het gebruikte gereedschap. De weerstand van een inbraakwerende kast tegen een doorbraakpoging, wordt uitgedrukt in weerstandseenheden (resistance units – RU). Hoe hoger het aantal RU. des te hoger is de weerstand en daardoor de bescherming die de inbraakwerende kast biedt. Aan de hand van het gemeten aantal RU, wordt de inbraakwerende kast ingedeeld in een zogenaamde weerstandsklasse. De laagst gemeten weerstand is de basis voor de classificatie.
Om bij de inhoud van een kast of kluis te kunnen komen, wordt in de praktijk of een handgat gemaakt (gedeeltelijke toegang) of wordt deze geheel geopend door bijvoorbeeld de deur te forceren (volledige toegang). Dit onderscheid wordt tevens gemaakt in de tests en komt bij de vastlegging van de testresultaten tot uitdrukking in de RU waarde.
Bij de test volgens NEN-EN 1143-1 moeten inbraakwerende kasten en kluizen voorzien zijn van sloten die aan de testeisen voldoen. Deze sloten dienen te zijn getest volgens de EN 1300 norm en worden onderverdeeld in de categorieën A tot en met D. Aan D worden de strengste eisen gesteld.
Tot en met klasse III kan met één slot worden volstaan. Dit slot kan zowel een dubbelbaards sleutelslot zijn, als een mechanisch combinatieslot of een elektronisch codeslot. Vanaf klasse IV dienen tenminste twee sloten op de kast of kluis te zijn gemonteerd die aan EN 1300 voldoen.
De weerstandswaarde na explosie geeft aan welke restweerstand de kast nog heeft na een explosie. Inbraakwerende kasten en kluizen die getest zijn op weerstand na explosie hebben de aanduiding Ex vermeld staan achter de weerstandsklasse.
Verankering van een inbraakwerende kluis
Vrijstaande inbraakwerende kasten die lichter zijn dan 1.000 kg, vereisen een sterke verankering. Ieder verankeringsgat dient minimaal de verankeringsuittrekkracht aan te kunnen. 50 kN is een uittrekkracht die gelijk is aan 5000 kg.